[A] 12.- Mijn stad

Mijn stad

Door A. van Drecht, bewerkt door F. García de la Banda

Mijn stad in Nederland is Utrecht. Daar ben ik niet geboren, maar het is wel waar ik het liefst woon. Ik ben geboren in Den Haag, waar de regering bijeenkomt. Toen ik ging studeren, ging ik naar Utrecht.

Utrecht is een prachtige stad. Er zijn de grachten, waarop veel bootjes varen. De vele bruggen geven het een romantische sfeer. Langs de grachten zijn er cafés, waar bijna altijd mensen koffie zitten te drinken. In Utrecht kun je uren wandelen zonder je te vervelen.

Er zijn daarom ook veel toeristen in Utrecht, maar nooit zoveel als bijvoorbeeld in Amsterdam. Bovendien gaan de meeste toeristen daar naar de coffeeshops om te roken, maar in Utrecht komen ze vaak voor de Nederlandse cultuur.

Het is een grote stad, maar wel heel gezellig. Niet zo groot als Amsterdam, maar je hebt er van alles. Er wonen veel verschillende nationaliteiten, wat een rijkdom aan culturen brengt. Je bent er niet anoniem, zoals in Amsterdam. De mensen in mijn buurt komen uit Turkije, Marokko, Nederland, Suriname, Irak, enzovoorts.

De stad organiseert vaak stadsfeesten waarbij muziek gespeeld wordt en er is ook theater en dans. Iedereen komt dan kijken, en als de zon schijnt is het nóg drukker! Op allerlei locaties in de stad zijn er voorstellingen, die allemaal gratis zijn. En ook zijn er workshops, zodat je zelf ook iets kunt doen.

De gemeente vindt cultuur heel belangrijk, dus maakt daar veel ruimte voor. Er zijn vele musea, bijvoorbeeld over de 19e en 20e -eeuwse kunst, over draaiorgels en over Dick Bruna (een tekenaar die bekend is van de boekjes over het konijn Nijntje).

Kortom, het is echt mijn stad!

Woordenschat

de regering
het Noorden
prachig (= erg mooi)
de gracht
de boot, het bootje
de brug
de sfeer
romantisch
het ca
Koffie drinken
wandelen
zich vervelen
de toerist
bijvoorbeeld
de coffeeshop
de cultuur
gezellig
de nationaliteit
de rijkdom
anoniem
het feest
allerlei
de workshop
de gemeente
de ruimte
het museum
de kunst
het (draai)orgel
de tekenaar
bekend (beroemd, befaamd)

Vocabulario

el gobierno
el norte
precioso/a (= muy bonito/a)
el canal
el barco
el puente
la atmósfera, el ambiente
romántico
el bar, la taberna
beber café
pasear (tb. hacer ‘trekking’)
aburrirse
el turista
por ejemplo
donde se compra marihuana
la cultura
agradable (en todos los sentidos)
la nacionalidad
la riqueza
anónimo/a
la fiesta
toda clase de
el taller, el cursillo
el ayuntamiento
el espacio
el museo
el arte
el órgano (organillo)
el dibujante
conocido (famoso)