[VT] El colegio y la universidad / El tiempo

> Enlace al PowerPoint de clase

> Enlace al PowerPoint de clase

School en universiteit (El colegio y la universidad)

[Mathilde van Doorne - VL]

Het weer (El tiempo atmosférico)

[Mathilde van Doorne - VL]

School en universiteit (El colegio y la universidad)

de pen-nen (bolígrafo/pluma)
de balpen-nen (bolígrafo)
de vulpen-nen (pluma fuente)
't potlood/potloden (lápiz)
de viltstift-en (rotulador)
't gom-men (gommetje-s) (goma de borrar)
de puntenslijper-s (sacapuntas)
de/'t liniaal (regla)
de schaar - scharen (tijera)
de lijm (pegamento)
de brief/brieven (carta)
't boek-en (libro)
't schrift-en (cuaderno)
de map-pen (carpeta)
't bord-en (pizarra)
't prikbord-en (tablón de anuncios)
de stoel-en (silla)
de lessenaar-s (pupitre)
het schoolbankje (pupitre infantil)
de/'t lesrooster (horario de clases)
't krijt (tiza)

de school/scholen (colegio)
de leerling-en (alumno)
de leraar-s (maestro)
de lerares-sen (maestra)
de onderwijzer-s (maestro)
de onderwijzeres-sen (maestra)
de les-sen (clase)
de klas-sen (clase = local)
de leslokaal/leslokalen (clase = local)

de universiteit-en (universidad)
de faculteit-en (facultad)
de student-en (el estudiante)
de studente-s (la estudiante)
de docent-en (profesor)
de onderzoeker-s (investigador)
de professor-en & -s (catedrático)
't college-s (clase)
de collegezaal/collegezalen (aulas)
't vak-ken (asignatura)
't hoofdvak-ken (especialidad/ asignatura principal/ major)
't bijvak-ken (subespecialidad/ minor)

Het weer (El tiempo atmosférico)

het seizoen-en (estación)
  (in de) de lente-s (primavera)
  (in de) de zomer-s (verano)
  (in de) de herfst-en (otoño)
  (in de) de winter-s (invierno)

de zon-nen (sol)
de regen-s (lluvia)
de sneeuw-en (nieve)
de lucht-en (aire, cielo)
[de hemel-s/-en] (cielo)
de wolk-en (nube)
de mist (niebla)
de wind-en (viento)
het ijs (hielo)
de vorst (escarcha)
de hagel (granizo)
de regendruppel-s (gota (de lluvia))
de storm-en (tormenta)
de donder-s (trueno)
de bliksem-s (rayo/relámpago)
de temperatuur-uren (temperatura)
de weervoorspelling-en (pronóstico del tiempo)

schijnen: de zon schijnt (brilla el sol)
bewolkt zijn: het is bewolkt (está nublado)
regenen: het regent (llueve)
motregenen: het motregent (chispea)
onweren: het onweert (met donder en bliksem) (hay tormenta (con rayos y truenos))
stormen: het stormt  (met regen en wind) (hay tormenta (con lluvia y viento))
sneeuwen: het sneeuwt (nieva)
hagelen: het hagelt (graniza)
vriezen: het vriest (hiela)
waaien: het waait hard (hace mucho viento)

Het is koud (hace frío)/kil (=)/fris (fresco)/koel (=)/(heel) warm ((mucho) calor)/benauwd (bochorno, sofocante)

Wat voor weer is het buiten? (¿Qué tiempo hace afuera?)
Hoe is het weer vandaag? (¿Cómo está el tiempo hoy?)
Regent het
? Krijgen we regen morgen? (¿Llueve? ¿Lloverá mañana?)
Gaat het morgen regenen? (¿Va a llover mañana?)
Hoe is het weer in Spanje? (¿Qué tiempo hace en España?)