Dean Bowen – Allisons Mindmap (2015) (Carmen Clavero Fernández)

Dean Bowen.deanbowen (1984) is dichter en performer. Hij publiceerde eerder op Samplekanon en Hard//Hoofd, in onder andere nY en Kunsttijdschrift Vlaanderen, en verwierf faam op vele binnenlandse en internationale podia om zijn buitengewoon bezielde voordracht. In 2015 won hij de Van Dale SPOKEN Award in de categorie poëzie en eerder dit jaar leverde zijn debuut hem een nominatie op voor de C. Buddinghprijs voor het beste debuut. Als schrijver is hij vooral bezig de dynamiek van de samengestelde identiteit te onderzoeken en hoe deze zich verhoudt ten opzichte van zowel een politieke als een maatschappelijke positionering. Hiervoor zet hij het gedicht in als instrument en als een democratische ruimte om die meerstemmigheid te kunnen vangen. Op 26 januari, verscheen Bokman, het debuut van dichter Dean Bowen. In Bokman graaft hij vergeten geschiedenissen op en ontleed hij de structuren die ons politieke bewustzijn onderdrukt houden. Zo ontrafelt hij op magnifieke wijze zijn eigen erfenissen die zich op verschillende continenten afspelen. Hoe verhoud je je tot de mechanismen die politiek en maatschappelijk aan alle kanten druk uitoefenen op het individu? Lyrisch, bevlogen, mededogend, woedend – een dieppersoonlijke zoektocht die universele patronen blootlegt en vele stemmen aan het woord laat. uit: http://www.deanbowen.nl/#home Dean Bowen.deanbowen (1984) es un poeta y performer. Publicó anteriormente en las plataformas ‘online’ Samplekanon y Hard//Hoofd, y entre otras en nY y Kunsttijdschrift Vlaanderen, y se hizo famoso en muchos podios nacionales e internacionales por sus lecturas extraordinariamente entusiastas. En 2015 ganó el premio ‘Van Dale SPOKEN Award’ en la categoría de poesía y a comienzos de este año 2018 su debut le valió una nominación para el premio ‘C. Buddinghprijs’ al mejor debut. Como escritor se dedica sobre todo a investigar la dinámica de las identidades mixtas y...

[NL/VL] Gedichten over een beeld (Poemas sobre una imagen)

Willy Ronis - Le petit Parisien (1952) Stefan Hertmans (Gent, 1951 – )Le petit Parisien(Willy Ronis, 1952) Japans tekent een oorlogszonZijn rennend lijfjeIn vluchtig beton - Waar hij voorbijrent is mijnPas begonnen leven bovenDe grond gaan zweven En het stokbrood,Haast zo groot als hij,Wijst hem de weg naar mij. Hij draagt het broekje met te grote knopenDat ik ken, het hemdje dat naar kind-zijnRuikt, en zo, geboren na ontelbaar stervenNet tevoren,Rent hij mijn adem in. Hij komt thuis,Klopt op mijn deur,Gaat zitten waar ik zitEn schrijft dat broodGeen heden is. Ik voed hem nu,Met kruimels van een beeld,Zodat hij van mijn vingers eet. (2003) Stefan Hertmans (Gante, 1951 – )Le petit Parisien(Willy Ronis, 1952) Al modo japonés dibuja un sol de guerrasu cuerpecito que correen hormigón fugaz; por donde él pasa corriendo,mi vida, recién estrenada,ha echado a flotar sobre el suelo y la baguette,casi tan grande como él,le indica el camino hacia mí. Lleva el pantalón de los botones grandesque conozco, la camisa que huele a niñez,y así, nacido tras incontables muertestan recientes,se adentra corriendo en mi aliento. Él llega a casa,llama a mi puerta,se sienta donde estoy sentadoy escribe que el panno es cosa de hoy. Ahora lo alimentocon migas de una imagen,para que de mi mano coma. Ricard Terré - de la serie ‘Semana Santa’ (1957) Cees Nooteboom (Den Haag, 1933 – )Kaars Hij met zijn matrozenpak en de lange,gebroken kaars. Zijn witte sokjes,de witte schoenen van zijn moeder,de lus van zijn veter. Daaronder grond, aarde, bodem, dezelfde van altijd.Op liggen, onder liggen, witte handschoenen,toortsen, en de andere schoenen,glimmend, zwart, in de rouw. Onvergetelijk, de breuk in de kaars,het witte vet geknakt, hangend aan de lont,noodlot, nog altijd geldig. Haar hand,haar gouden armband. Zijn matrozenkraag, blauw, op...

[NL/VL] Losse gedichten (Poemas sueltos)

Martinus Nijhoff (Den Haag, 1894-1953) 'Het derde land' (1924)   Zingend en zonder herinnering Ging ik uit het eerste land vandaan, Zingend en zonder herinnering Ben ik het tweede land ingegaan,O God, ik wist niet waarheen ik gingToen ik dit land ben ingegaan. O God, ik wist niet waarheen ik gingMaar laat mij uit dit land vandaan,O laat mij zonder herinnering En zingend het derde land ingaan. Martinus Nijhoff (La Haya, 1894-1953)'El tercer país' (1924) [traducción ± literal] Cantando y sin recuerdospartí del primer país, cantando y sin recuerdos llegué al segundo país,oh Dios, no sabía a dónde ibaal llegar a este país. Oh Dios, no sabía a dónde ibamas déjame salir de este país,oh deja que sin recuerdos y cantando llegue al tercer país. Martinus Nijhoff – ‘Het derde land’ – Antoine Oomen en Mariette Oelderik Hans Andreus (Amsterdam, 1926-1977) ‘Voor een dag van morgen’ (1959) Wanneer ik morgen doodga, vertel dan aan de bomen hoeveel ik van je hield. Vertel het aan de wind, die in de bomen klimt of uit de takken valt, hoeveel ik van je hield. Vertel het aan een kind, dat jong genoeg is om het te begrijpen. Vertel het aan een dier, misschien alleen door het aan te kijken. Vertel het aan de huizen van steen, vertel het aan de stad, hoe lief ik je had. Maar zeg het aan geen mens. Ze zouden je niet geloven. Ze zouden niet willen geloven dat alleen maar een man alleen maar een vrouw, dat een mens een mens zo liefhad als ik jou. Hans Andreus (Ámsterdam, 1926-1977) ‘Para un día de mañana’ (1959) Cuando mañana muera, cuéntale a los árboles cuánto te amé yo a ti. Cuéntalo al viento, que trepa por los árboles...

Cees Nooteboom III (2017)

Cees Nooteboom, 2016 Mooniksoog. Amsterdam: Karaat, 2017 Ojo de Monje. Madrid: Visor, 2018. Tr. Fernando García de la Banda Cees Nooteboom draagt voor op de Nacht van de Poëzie 2017 Goedenavond, Ik lees uit een bundel die heet… Monniksoog. Die is ontstaan twee jaar geleden, hoe gedichten ontstaan ook, op het eiland Schiermonnikoog, maar gaan de gedichten… Het is één gedicht, in allerlei fragmenten, een gedeeltelijk spelen ze zich ook af – voor zoveer dat met gedichten kan – op een ander eiland waar ik ‘s zomers woon, Menorca, in Spanje. Monniksoog, dus: 1 - 0'47 2 - 1'25 3 - 2'10 Buenas noches, Voy a leer de un poemario que se llama… Ojo de Monje. Surgió hace dos años, de la forma en que surgen los poemas, en la isla de Schiermonnikoog, pero los poemas tratan de…  Es un poema en toda clase de fragmentos, y en parte tienen lugar ―en la medida en que eso es posible para un poema― en otra isla en la que vivo durante el verano, Menorca, en España. Ojo de Monje, pues: Drie gedichten uit de laatste poëziebundel van Cees Nooteboom: Monniksoog. Amsterdam: Karaat, 2017. . 1 Een moeizame god op de rand van mijn bed, zes engelen met vermoeide vleugels, windkracht 10 en tegen de wind in gevlogen over het wad, storm op zee. In de nacht zie ik de lichten van de overkant, kijk naar de engelen die mij lijken te kennen, mijn deken willen lenen en eigenlijk ook het bed waarin ik toch niet kon slapen. De god lijkt op de kapitein van de veerboot, de konijnen die ik in het donker zag lopen waren bang voor de jager, de vuurtoren viel met zijn licht door de kamer, maar...

Cees Nooteboom II (1993)

  Autorretrato de otro: Sueños de la isla y la ciudad de antaño (2013) Tres imágenes de Max Neumann, de Autorretrato de otro. Cees Nooteboom. Autorretrato de otro - Sueños de la isla y la ciudad de antaño. Madrid, Calambur, 2013.  Traducción de Fernando García de la Banda, revisión del autor. Edición bilingüe con 33 prosas poéticas, y 33 imágenes de Max Neumann. Título original: Zelfportret van een ander - Dromen van het eiland en de stad van vroeger. > Enlace al pdf de la ‘Nota a la Traducción’Nota a la traducción - Cees Nooteboom. Autorretrato de otro - Sueños de la isla y la ciudad de antaño. Madrid, Calambur, 2013. I Het is laat in het jaar, hij is alleen op het beschutte strand aan de kleine baai. Hij was erheen gegaan om te zwemmen, het water was nog niet te koud. Na het zwemmen heeft hij gelezen. Daarbij moet hij zijn ingeslapen, als hij wakker wordt merkt hij dat hij niet meer alleen is. Aan het andere einde van het strand, bij het primitieve boothuis, waar het schip, dat hij nog nooit gezien heeft, te water kan worden gelaten via een stenen, daarvoor aangelegde helling, zit een oude man op de rotsen. In zijn hand heeft hij een stok, aan zijn voeten kapotte sandalen met gerafelde, omlaaghangende vleugels. Zijn bovenlijf is naakt, je kunt nog zien dat het vroeger krachtig geweest is. Nu is de huid verschrompeld en droog als die van hagedissen, het moet onaangenaam zijn om hem aan te raken. Zijn haar onder de helmachtige hoed zit in elkaar geklit, het is vuil en grijs. Dit is de eerste keer dat de bader een onsterfelijke ziet, hij houdt zich stil en hoopt dat de god...