Vragenlijst Dialogen – Les 6

C1 – In de keuken / Trudie komt bij Erik eten

Wie gaat koken, Erik of Trudie?

Waar denk je dat ze zijn?

> Kook je iedere dag zelf?

> Houd je van koken?

> Vind je koken makkelijk?

> Wat kan je goed koken?

Wat gaat Erik koken?

Heb je ooit ‘nasi goreng’ gegeten?

Wat heb je nodig voor nasi goreng?

Wat moet je doen om nasi goreng te koken?

> Eet je vlees of ben je vegetariër?

> Wat eet je liever vlees of vis?

> En wat eet je liever pasta of rijst?

> Wat drink je gewoonlijk bij het eten?

> Hoe noem je het als je de borden, glazen en het bestek naar tafel brengt?

Tabel van wat men wel en niet eet

 

Vlees

Gevogelte

Vis

Ei

Zuivel

Veganist

nee

nee

nee

nee

nee

Lacto-vegetariër

nee

nee

nee

nee

ja

Ovo-vegetariër

nee

nee

nee

ja

nee

Ovo-lacto-vegetariër

nee

nee

nee

ja

ja

Pollotariër

nee

ja

nee

ja

ja

Pescotariër

nee

nee

ja

ja

ja

Pesco-pollotariër

nee

ja

ja

ja

ja

 
C12 – In een restaurant

Wat gaan Bas en Anton doen?

Hoe laat spreken ze af?

En waar?

Wat drinkt Anton?

En Bas?

Wat is de achternaam van Bas?

Wat bestellen ze?

> Houd je van soep?

> Eet je soms ‘s middags een broodje?

> Heb je ‘s middags liever een broodmaaltijd of een warme maaltijd?

> Heb je ooit haring gegeten? Hoe was het?

Was de maaltijd lekker?

Hoe vindt Anton het restaurant?

Wat kan je doen in restaurant Neptunus?

Wat drinken ze na het eten?

> Drink je graag koffie of heb je liever thee?

> Hoe drink je je koffie? - zwart, met (veel) melk (=verkeerd), espresso, capuccino, met suiker?

> Hoe drink je je thee? - met citroen, melk, suiker, (‘zoetje’ = edulcorante), honing… / puur?