[NL-E] Taalunie – Nederlands studeren: een echte droom

Nederlands studeren: een echte droom

De Taalunie Zomercursus Nederlands voor buitenlandse studenten Nederlands is vernieuwd. Eén van de onderdelen: een tweedaagse stage bij bedrijven in Nederland en Vlaanderen. De Taalunie verwelkomde de Franse Hassina Cherchour (23) en de Italiaanse Anna Marino (19). Eén van hun opdrachten: schrijf voor Taalunie:Bericht wat je doet en waarom. Hieronder hun verhaal.

Welke studie volg je?
[Hassina] Ik studeer aan de universiteit van Parijs, ik volg twee cursussen: de eerste Administration Économique et Social en de tweede is Langue Littérature et Civilisation Étrangère. In de tweede cursus studeer ik Nederlandse taal.
 
[Anna] Ik zit in het eerste jaar van de Universiteit [sic] voor Tolken en Vertalers in Milaan (Scuola Civica Interpreti e Traduttori Altiero Spinelli).

Waarom ben je deze studie gaan doen?
[Hassina] Twee jaar geleden is mijn broer leraar oudere Franse letterkunde geworden en mijn broer is mijn voorbeeld. Daarom wilde ik lerares worden. Ik dacht dat het te laat was, omdat ik al economie studeerde, maar mijn broer zei: ‘Als dit echt je droom is, just do it’. Ik hou echt heel erg van de tradities, cultuur, hoe ze leven in Nederland.
 
[Anna] Ik hou ervan talen te leren en verschillende culturen te ontmoeten. Ik studeer Nederlands als tweede taal. Ik denk dat het Nederlands heel belangrijk voor mijn toekomst zal zijn en me veel kansen geeft. Ik ben met Nederlands begonnen omdat ik van de taal en vooral van de Nederlandse cultuur hou.

Wat vind je het meest verrassend aan het Nederlands?
[Hassina] Het goede humeur van de leraren, het plezier dat ze hebben om ons Nederlands te leren, in Frankrijk en in België aan de Universiteit van Gent. Het is echt ongelooflijk leuk om naar school te gaan. Vooral Jan Pekelder, mijn leraar in Parijs en hoofd van de cursus Nederlandse taal, is zeer geëngageerd en enthousiast. Mijn dank zal nooit genoeg zijn, maar toch bedankt!
 
[Anna] Ik ben vaak verbaasd over het Nederlands omdat dat erg anders is dan mijn moedertaal, het Italiaans. Wat me het meest verbaast is de uitspraak. Op de eerste dag van mijn cursus heb ik onmiddellijk gedacht: ‘Ik wil deze taal leren’. Voor mij is deze taal leren bijna altijd een plezier.

Wat is het grote verschil tussen het Nederlands en het Frans en Italiaans?
[Hassina] Het accent natuurlijk, ik heb nog een klein probleem met ‘g’ en ‘sch’, maar dat komt wel goed.
 
[Anna] Er zijn veel verschillen tussen het Nederlands en het Italiaans omdat zij verschillende wortels hebben. De zinsbouw bijvoorbeeld is heel anders dan in het Italiaans. Daarom misschien is Nederlands leren moeilijker voor Italiaanse mensen dan bijvoorbeeld voor mensen uit Duitsland, maar ik hou van uitdagingen!

Wat wil je later met het Nederlands gaan doen?
[Hassina] Ik wil graag leraar Frans worden in Vlaanderen of Nederland, het liefste in Nederland.
 
[Anna] Omdat ik van talen hou, zou ik ermee werken prachtig vinden; één van mijn eerste keuzes is tolk te worden. Ik wil graag met het Nederlands gaan werken en als dat kan, in Nederland!

Estudiar neerlandés: un auténtico sueño

El curso de verano de neerlandés de la Taalunie para estudiantes extranjeros de esa lengua se ha renovado. Uno de sus componentes: una estadía de dos días en empresas de ‘Holanda’ y Flandes. La Taalunie dio la bienvenida a la francesa Hassina Cherchour (23) y a la italiana Anna Marino (19). Una de sus tareas fue: Escribe para Taalunie:Bericht lo que haces y por qué. Aquí abajo está su relato.

¿Qué estudios sigues?
[Hassina] Estudio en la Universidad de París, sigo dos cursos: el primero es Administration Économique et Social y el segundo Langue Littérature et Civilisation Étrangère. En el segundo curso estudio lengua neerlandesa.
 
[Anna] Estoy en primero de la Escuela Superior de Traductores e Intérpretes de Milán (Scuola Civica Interpreti e Traduttori Altiero Spinelli).

¿Por qué has comenzado estos estudios?
[Hassina] Hace dos años mi hermano se hizo profesor de literatura francesa antigua y mi hermano es un ejemplo para mí. Por eso yo quería ser profesora. Creía que era demasiado tarde, porque yo ya estaba estudiando economía, pero mi hermano me dijo: ‘Si ese es de verdad tu sueño, just do it’. Me gustan muchísimo las tradiciones, la cultura, cómo se vive en ‘Holanda’.
 
[Anna] Me gusta aprender idiomas y conocer distintas culturas. Estudio neerlandés como segundo idioma. Creo que el neerlandés será muy importante para mi futuro y que me dará muchas oportunidades. Empecé con el neerlandés porque me gusta el idioma y sobre todo la cultura neerlandesa.

¿Qué te parece lo más sorprendente del neerlandés?
[Hassina] El buen humor de los profesores, cómo disfrutan de enseñarnos neerlandés, en Francia y en Bélgica en la Universidad de Gante. La verdad es que es súper guay ir a clase. Sobre todo Jan Pekelder, mi profesor en París y director del curso de lengua neerlandesa, pone mucho interés y es muy entusiasta. Nunca será suficiente, pero una vez más: ¡mil gracias!
 
[Anna] A menudo me sorprendo con el neerlandés porque es muy distinto de mi lengua materna, el italiano. Lo que más me sorprende es la pronunciación. El primer día del curso pensé inmediatamente: ‘quiero aprender este idioma’. Aprender este idioma me resulta casi siempre un placer.

¿Cuál es la gran diferencia entre el neerlandés y el francés e italiano?
[Hassina] El acento, claro, aún tengo un pequeño problema con la ‘g’ y ‘sch’, pero lo conseguiré.
 
[Anna] Hay muchas diferencias entre el neerlandés y el italiano porque tienen distintas raíces. La sintaxis, por ejemplo, es muy diferente de la del italiano. Quizá por eso aprender neerlandés es más difícil para los italianos que por ejemplo para la gente de Alemania, pero ¡me gustan los retos!
 

¿Qué quieres hacer en el futuro con el neerlandés?
[Hassina] Me gustaría ser profesora de francés en Flandes u ‘Holanda’, preferiblemente en ‘Holanda’.
 
[Anna] Como me gustan los idioma, me encantaría trabajar con ellos; una de mis primeras opciones es ser intérprete. Me gustaría trabajar con el neerlandés y, si es posible, ¡en Holanda!