[VL-E] Taalunie – Gebruikt u vaak woordjes uit een andere taal in het Nederlands?

Gebruikt u woordjes uit een andere taal in het Nederlands? [Transcriptie: Margot Dhondt] Gebruikt u vaak woordjes uit een andere taal in het Nederlands? Dat vroeg de Taalunie aan 1.000 Vlamingen, Nederlanders en Surinamers. De resultaten vind je op taalpeilplus.org Een filmploeg vroeg het ook op strat  Ja, inderdaad, Engelse woorden. Bijvoorbeeld ‘chill’ of zo, dat zeg ik dan nog wel erg vaak. Als ge [= je] op een woord niet kunt komen, dan kunt ge dat wel in het Arabisch zeggen of zo. Het zijn Arabische woorden, dus ‘mohim’ of zoiets, vind ik. Allee [= 'allez']. Ja, toch wel vooral Engelse. [Ik] Kan nu niet juist direct zeggen wat voor, maar dat gebeurt wel, daarstraks zelfs nog, hé? Gij zei dat nog. – Ja. – Voilà.  Ik erger me soms heel erg als ik een zin zie in het half Nederlands en in het half Engels. Ik heb liever dat het één taal is, want ik vind dat rommelig. Ja, soms gebruiken wij Berbers of Arabisch bij de Nederlandse taal, ja. Euh, nee nooit, want Arabisch is een beetje raar, dus ik probeer niet [> geen] Arabische woorden te gebruiken. Ik gebruik soms Nederlandse woordjes en soms Afghaanse, een beetje gemengd eigenlijk. Maar zodra we gewoon met een Nederlander zijn, dan praat ik gewoon Nederlands. Want als ik op mijn werk kwam, zei ik ‘bonjour’ tegen iemand die komt uit België. Ja, een soort mengeling tussen Arabisch, Frans, Berbers af en toe, maar het gebeurt vaak dat ik eigenlijk meertalig bezig ben. Kan u in een andere taal iets vertellen over uw lievelingseten? (Vrouw spreekt in het Indonesisch)- En wat betekent dat?- Ik houd heel erg van zwarte rijstepap.(meisjes spreken in het Arabisch en Portugees)- Mucho de comer,...

[NL-E] RTL Nieuws – Amerikaanse woorden uit het Nederlands

Amerikaanse woorden uit het Nederlands [Transcriptie: Margot Dhondt] 50 jaar lang hadden Nederlanders het voor het zeggen hier in New York, toen het nog Nieuw Amsterdam heette. Dat was in de 17de eeuw, heel lang geleden, maar de invloed van de Nederlanders zie je nog steeds terug, bijvoorbeeld in de taal. Ik zit op de ‘stoop’, en inderdaad, dat woord komt van het Nederlandse woord ‘stoep’. In het Amerikaans bedoelen ze daarmee de trapjes die leiden naar de voordeur; dat klopt natuurlijk helemaal niet want wij zouden zeggen ‘de stoep is daar’, maar goed, de ‘stoop’. Bij me op de ‘stoop’ heb ik een aantal typische Amerikaanse dingen, zoals een ‘cookie’. ‘Cookie’, dat woord is afkomstig van het Nederlandse woord ‘koekje’, want in het Engels noemen ze koekjes ‘biscuits’. Alleen in het Amerikaans gebruiken ze het woord ‘cookie’, dat dus afkomstig is uit het Nederlands. Wie heeft er zin in wat ‘coleslaw’? Inderdaad, ‘coleslaw’, dat komt letterlijk van het Nederlandse woord ‘koolsla’. Luister maar, de twee klinken ook letterlijk hetzelfde: ‘coleslaw’ en ‘koolsla’. In het Engels is kool natuurlijk helemaal niet ‘cole’, het is ‘cabbish’, dus eigenlijk heet dit ‘cabbish salad’, maar ze noemen het dus ‘cole’ omdat het uit het Nederlands komt en het interessante verhaal hierachter is dat, in de 17de eeuw, toen de Nederlandse schepen hiernaartoe kwamen – dat was een hele lang reis over de oceaan – het enige dat goed bleef, was ingemaakte witte kool. En daarom eet New York nog steeds coleslaw bij de barbecue. Persoonlijk vind ik het niet te vreten. Een T-shirt van Amerika’s beroemdste sportclub, de New York Yankees, en die naam – geuzennaam is het voor de Amerikanen, Yankees – volgens sommige taalkundigen is dat afkomstig van ‘Jan en...

[NL] Nederlanders en vakantie

'Os deseamos a todos unas estupendas vacaciones de verano' 'De vacaciones en Holanda' Nederlanders gaan minder op vakantie (2012) http://neerlandesparatodos.grell.es/wp-content/uploads/sites/14/2016/05/Nederlanders-gaan-minder-op-vakantie-NOS-Jeugdjournaal.mp4 Nederlanders gaan minder op vakantie (2012)[Transcriptie van de video] ‘Lekker op een warm strand of een verre reis. Voor het eerst in dertig jaar gaan Nederlanders minder op vakantie. Dat komt door de geldcrisis. Volgens reisorganisaties gaan we minder lang, minder ver en minder luxe. Veel Nederlanders gaan dit jaar nog wel op vakantie maar dan dichter bij huis en niet zo duur’. [Tekst] Nederlanders gaan minder op vakantie Voor het eerst in dertig jaar gaan Nederlanders minder op vakantie. Onderzoekers hebben aan 16.000 [zestienduizend] mensen gevraagd wat hun vakantieplannen zijn. Daaruit blijkt dat ze minder lang gaan, minder ver en minder luxe. Geldcrisis Nederlanders gaan minder op vakantie door de geldcrisis. Ze hebben minder geld of zijn bang dat ze binnenkort te weinig hebben. Mensen zullen vooral minder naar het buitenland gaan. Op Nederlandse campings en in bungalowparken blijft het deze zomer waarschijnlijk wel druk. Onderwerpen: toerisme vakantie Geldcrisis Stuur door: Deel met een vriend(in) Meer Nederlanders op vakantie in eigen land (2014)http://neerlandesparatodos.grell.es/wp-content/uploads/sites/14/2016/05/Meer-Nederlanders-op-vakantie-in-eigen-land-NOS-Jeugdjournaal.mp4 Meer Nederlanders op vakantie in eigen land (2014)[Transcriptie van de video] Ieder jaar onderzoeken deskundigen de vakantieplannen van mensen in Nederland, en dit jaar zeggen meer mensen dat zij in eigen land blijven. Dat komt -onder meer- omdat het de laatste tijd zulk lekker weer is. Maar ook zijn er mensen die niet genoeg geld hebben om ver weg te gaan. Toch gaan de meeste nog steeds naar het buitenland, ongeveer twee op de drie Nederlanders. We vroegen kinderen van ‘Basisschool Thomas van Aquino’ in Sneek wat zij van het nieuws vinden: Bouke: Ik ben in Frankrijk geweest, Zwitserland en Duitsland. Alyscha: In het buitenland...

[NL/VL] Gedichten over een beeld (Poemas sobre una imagen)

Willy Ronis - Le petit Parisien (1952) Stefan Hertmans (Gent, 1951 – )Le petit Parisien(Willy Ronis, 1952) Japans tekent een oorlogszonZijn rennend lijfjeIn vluchtig beton - Waar hij voorbijrent is mijnPas begonnen leven bovenDe grond gaan zweven En het stokbrood,Haast zo groot als hij,Wijst hem de weg naar mij. Hij draagt het broekje met te grote knopenDat ik ken, het hemdje dat naar kind-zijnRuikt, en zo, geboren na ontelbaar stervenNet tevoren,Rent hij mijn adem in. Hij komt thuis,Klopt op mijn deur,Gaat zitten waar ik zitEn schrijft dat broodGeen heden is. Ik voed hem nu,Met kruimels van een beeld,Zodat hij van mijn vingers eet. (2003) Stefan Hertmans (Gante, 1951 – )Le petit Parisien(Willy Ronis, 1952) Al modo japonés dibuja un sol de guerrasu cuerpecito que correen hormigón fugaz; por donde él pasa corriendo,mi vida, recién estrenada,ha echado a flotar sobre el suelo y la baguette,casi tan grande como él,le indica el camino hacia mí. Lleva el pantalón de los botones grandesque conozco, la camisa que huele a niñez,y así, nacido tras incontables muertestan recientes,se adentra corriendo en mi aliento. Él llega a casa,llama a mi puerta,se sienta donde estoy sentadoy escribe que el panno es cosa de hoy. Ahora lo alimentocon migas de una imagen,para que de mi mano coma. Ricard Terré - de la serie ‘Semana Santa’ (1957) Cees Nooteboom (Den Haag, 1933 – )Kaars Hij met zijn matrozenpak en de lange,gebroken kaars. Zijn witte sokjes,de witte schoenen van zijn moeder,de lus van zijn veter. Daaronder grond, aarde, bodem, dezelfde van altijd.Op liggen, onder liggen, witte handschoenen,toortsen, en de andere schoenen,glimmend, zwart, in de rouw. Onvergetelijk, de breuk in de kaars,het witte vet geknakt, hangend aan de lont,noodlot, nog altijd geldig. Haar hand,haar gouden armband. Zijn matrozenkraag, blauw, op...

Frank Martinus Arion – Dubbelspel (1974)

Frank Marinus Arion (Curaçao, 1936-2015) Dubbelspel, novela de 1973 Nueva edición de Dubbelspel, con fotograma de la película de 2017 Changá, traducción al papiamento Double Play, traducción al inglés Carátula de la película Dubbelspel (2017) Carátula de Double Play, versión inglesa de la película Frank Martinus Arion (pseudoniem van Frank Efraim Martinus) is in 1936 geboren op Curaçao. Hij verhuisde in 1955 naar Nederland, waar hij aan het Instituut voor Neerlandistiek studeerde en later werkte. Sinds 1981 woont hij weer op Curaçao, waar hij directeur is van het Taalbureau, een instelling die de erkenning van het Papiamento wil bevorderen. Arions werk bestaat uit poëzie, essays, verhalen en romans. Na Dubbelspel (1973, Lucy B. & C.W. van der Hoogt Prijs) schreef Arion nog drie romans: Afscheid van de koningin (1975), Nobele wilden (1979) en De laatste vrijheid (1995). Voor Arion is de primaire functie van literatuur: de lezer kritische kennis verschaffen van de werkelijkheid. Dubbelspel heeft dan ook de koloniale verhouding tussen Nederland en de Antillen als basis. Tegelijk wil Arion "de mensen zó boeien dat hun eten aanbrandt": hij schrijft spannende, hecht geconstrueerde politieke thrillers. In Dubbelspel vertegenwoordigen de zes hoofdpersonen de lagere klassen uit de Antilliaanse bevolking. In de loop van het verhaal wordt winnen of verliezen een zaak van leven en dood, gesymboliseerd door het dominospel dat de personages spelen. Het optimistisch einde weerspiegelt de toekomstvisie van de auteur: de winnaars - een idealistisch liefdespaar - gaan zich wijden aan de sociale en politieke verbetering van hun eiland Curaçao. De schijnbare rust die de vier dominospelers in het Curaçaose dorpje Wakota omgeeft, wekt de indruk dat het in Dubbelspel om niets anders dan een dominospel gaat. Maar wat een pastorale leek, blijkt plotseling een strijd op leven...