Egidius waer bestu bleven
Het lied 'Egidius waer bestu bleven' is een vroeg rondeau uit de Nederlandse literatuur en behoort tot de bekendste Middelnederlandse liederen. Het is een elegie of klaaglied. Het gaat over de dood van een vriend, genaamd Egidius.
Dit lied staat in het Gruuthuse-handschrift, dat dateert van rond 1400. Het is in het handschrift opgenomen met muzieknotatie. Het werd in 1849 voor het eerst gepubliceerd door Charles Carton. In 1966 werden liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift uitgegeven door K. Heeroma, waardoor de liedteksten in bredere kring bekend raakten. In 2007 werd het handschrift, dat tot dan toe in privébezit was geweest, aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.
Het lied is geschreven aan het einde van de 14de eeuw door een onbekende auteur (misschien door Jan Moritoen, maar dit staat niet vast). Egidius werd in 2007 met waarschijnlijkheid geïdentificeerd als Gillis Honin. Deze man stierf plots op 8 oktober 1385. Volgens professor Frits van Oostrom is dit het meest gebloemleesde Nederlandse gedicht.
Egidius, ¿qué se hizo de ti?
La canción 'Egidius, ¿qué se hizo de ti?’ es un rondó temprano de la literatura neerlandesa y es una de las canciones medievales más conocidas. Es una elegía o endecha. Trata de la muerte de un amigo, llamado Egidius.
Esta canción se encuentra en el manuscrito ‘Gruuthuse’, que data de alrededor del 1400. Está incluida en el manuscrito, con notación musical. Se publicó por primera vez en 1849 por Charles Carton. Las canciones y poemas del manuscrito ‘Gruuthuse’ fueron editadas en 1966 por K. Heeroma, con lo que los textos de las canciones se conocieron en círculos más amplios. En 2007 el manuscrito, que hasta entonces había estado en manos privadas, fue comprado por la Biblioteca Real de La Haya.
La canción fue escrita a finales del siglo XIV por un autor desconocido (quizá por Jan Moritoen, aunque esto no es seguro). Egidius fue identificado en 2007 de forma verosímil como Gillis Honin. Este hombre murió repentinamente el 8 de octubre de 1385. Según el catedrático Frits van Oostrom este es el poema neerlandés más antologado.
Anoniem – ‘Egidius’
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven!
Dat was gheselscap goet ende fijn,
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
Claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
Ic moet noch zinghen een liedekijn.
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Anónimo – ‘Egidius’
Egidius, ¿qué se hizo de ti?
Anhelo verte, compaña mía.
¡Elegiste la muerte, me dejaste la vida!
Buena y amable era tu compañía.
Mas uno de los dos se moriría.
Ahora al trono has sido alzado,
Más claro que la luz del sol.
Toda alegría se te ha otorgado.
Egidius, ¿qué se hizo de ti?
Anhelo verte, compaña mía.
¡Elegiste la muerte, me dejaste la vida!
Reza ahora por mí, que aún he de cuitar
Y en este mundo sufrir.
Guarda mi sitio junto a ti:
Que aún una tonada he de cantar.
Aunque algún día iré a morir.
Egidius, ¿qué se hizo de ti?
Anhelo verte, compaña mía.
¡Elegiste la muerte, me dejaste la vida!
Habría que mejorar el ritmo y encontrar rimas mejores. También se podría intentar una versión más arcaizante, del tipo: '¡Elegiste la muerte, dexásteme la vida!'
Anoniem – ‘Egidius’
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn.
Du coors die doot, du liets mi tleven!
Dat was gheselscap goet ende fijn,
Het sceen teen moeste ghestorven sijn.
Nu bestu in den troon verheven,
Claerre dan der zonnen scijn.
Alle vruecht es di ghegheven.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Nu bidt vor mi, ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn.
Verware mijn stede di beneven:
Ic moet noch zinghen een liedekijn.
Nochtan moet emmer ghestorven sijn.
Egidius, waer bestu bleven?
Mi lanct na di, gheselle mijn!
Du coors die doot, du liets mi tleven.
Egidius (hedendaags Nederlands)
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar jou, mijn vriend
Jij smaakte de dood, je liet mij het leven
Dat was gezelschap goed en fijn
Het leek dat wij tegelijk zouden sterven
Nu ben je opgenomen in de hemel
Stralender dan de zonneschijn
Alle vreugde is aan jou gegeven
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar jou, mijn vriend
Jij smaakte de dood, je liet mij het leven
Nu bid voor mij, ik moet nog ongelukkig zijn
En in de wereld pijn lijden
Bewaar mijn plaats naast jou
Ik moet nog een liedje zingen
Toch moet ook ik eens sterven
Egidius, waar ben je gebleven?
Ik verlang naar jou, mijn vriend
Jij smaakte de dood, je liet mij het leven
Hertaling naar hedendaags Nederlands, uit Wikipedia. Alternatieve hertalingen:
1.coors, van 'coren' (cueren): keuren, proeven, smaken, onderzoeken, beoordelen, kiezen, bepalen, beproeven. De regel wordt ook wel hertaald met 'Jij koos de dood, je liet mij het leven' ('kiezen' is echter sterker uitgedrukt dan het oorspronkelijke coren of cueren). Een mogelijke interpretatie zou ook kunnen zijn 'Jij verkoos de dood', in de zin van: het hemelse verkiezen boven het aardse.
2.De regel wordt ook wel hertaald als: 'het scheen één moest sterven', waarbij de 't-' voor 'een' wordt weggelaten.
3.Of: 'toch moet iedereen eens/ooit sterven'.
Egidius
Egidius, where have you gone?
I long for you, dear friend of mine.
You chose to die, I must live on.
Ours was a friendship true and fine,
We were supposed to die entwined.
More glorious now than the sun
You've risen to the throne divine:
All things good to you have come.
Egidius, where have you gone?
I long for you, dear friend of mine.
You chose to die, I must live on.
Now pray for me, who's left alone
And in this empty world must pine.
Save me a seat close to your own:
I sing my song and serve my time;
But someday I, as well, shall die.
Egidius, where have you gone?
I long for you, dear friend of mine.
You chose to die, I must live on.
Ours was a friendship true and fine,
We were supposed to die entwined.
Renée Delhez, 2007
Egidius
Egidius, oh where have you gone?
I miss you so, dear friend of mine.
You chose death and let me live on.
We two had a friendship good and fine;
One must, it seemed, his life resign.
Now you've a high throne to sit upon,
Brighter than the sun can shine:
All joy you're granted from now on.
Egidius, oh where have you gone?
I miss you so, dear friend of mine.
You chose death and let me live on.
Pray for me now till death comes anon,
While I in this world must suffer and pine.
Protect me always as I journey on:
My feelings to song I must still consign;
Yet man ever to death must decline.
Egidius, oh where have you gone?
I miss you so, dear friend of mine.
You chose death and let me live on.
Paul Vincent, 2007